Loppem is een dorp gesitueerd een 5-tal km ten zuiden van Brugge.
Loppem situeert zich in een groene omgeving en is het perfecte decor
voor een stevige wandeling of een fietstocht in het Brugse ommeland.
Loppem kenmerkt zich door zijn cultuurhistorisch erfgoed met zijn vele
kastelen zoals het romantische kasteel van Loppem met park in
Engelse landschapsstijl en doolhof, de priorij van Bethanië en de abdij
van Zevenkerken.
Wegens wijziging van gemeentegrenzen, ligt de abdij van Zevenkerken
tegenwoordig in Sint-Andries (Brugge).
Lophem ontstond wellicht in de 5 de eeuw wanneer Franken zich binnen
de grenzen van het Romeinse Rijk vestigden. Vanaf 794 werd Lophem
een zelfstandige parochie.

Loppem kent ook een belangrijke rol in de Belgische naoorlogse politiek
door het verblijf van Koning Albert I en Koningin Elisabeth tijdens het
einde van de tweede wereldoorlog (1918) in het ‘Kasteel van Loppem’.
Na de bevrijding, vond er daar overleg plaats tussen Koning Albert I met
politieke partijen (socialisten, liberalen en katholieken) dat leidde tot
grote hervormingen zoals: Algemeen enkelvoudig stemrecht (voor
allemannen ouder dan 21 jaar), erkenning van de vakbonden en
universiteit in Gent in het Nederlands.
Ook voor Koning Filip is Loppem geen onbekende: hij volgde zijn
humaniora in de Abdijschool van Zevenkerken.